De authentieke beroepssituatie (zie bijlage XIV. Beroepsproduct)

Voor deze geplande interventie heb ik bewust voor dit probleem gericht op klassenmanagement.  Het is een probleem wat vaker in mijn lessen naar voren komt en waar ik mij aan stoor. Ik zie graag dat leerlingen bezig gaan met de lesstof en daarvoor gemotiveerd zijn. In de interventie heb ik vooral gekeken naar mijn gedrag en hoe ik met mijn gedrag leerlingen kan sturen om aan het werk te gaan. De aanpassingen in mijn gedrag hebben een positieve invloed op de werkhouding van de leerlingen. Vooral de duidelijke instructie en het betrekken van de leerling bij de leerdoelen helpt daarbij. Vanuit de literatuur blijkt dat elke leerling behoefte hier aan heeft. Dit is ook gebleken uit de praktijk.


Bijdrage aan competentie 1. Interpersoonlijk competent

Door de geplande interventie heb ik gericht mijn gedrag aangepast. Ik ben op basis van literatuur een oplossing gaan zoeken voor het probleem dat ik heb in de les. Hierbij heb ik mij vooral gericht op het geven van instructie, aantonen van lesdoelen en het samen behalen van leerprestaties. Een sterke ontwikkeling aan deze competentie is dan ook het gericht probleemoplossend denken. Ook heb ik samen met de leerlingen gewerkt aan het verbeteren van het leren leren. Dit door de leerlingen klassikaal mee te laten denken over de te behalen leerdoelen en vaardigheden. De leerlingen heb ik zo onderdeel gemaakt van het proces: het verbeteren van het leren leren.

Bijdrage aan competentie 2. Pedagogisch competent
Het aanpassen van mijn gedrag is gericht op de pedagogische competent. Ik wil namelijk met mijn gedrag ervoor zorgen dat de leerlingen aan het werk gaan. Hierbij hoop ik ze kunnen motiveren om bezig te gaan met de leertaak. Door mijn interventie heb ik mij sterk ontwikkeld in het tot stand brengen van een ordelijk en veilig werkklimaat. Dit door een duidelijke instructie te geven, leerlingen te betrekken bij mijn uitleg, aan te sluiten bij de voorkennis en de leerlingen te betrekken bij de lesdoelen. Wanneer ik leerlingen betrek in hun eigen leertaak en hierbij duidelijke doelen en instructie geef, zie ik de leerlingen eerder aan het werk gaan. Voor mij heb ik dus een concreet middel om een ordelijk en veilig werkklimaat te creëren, waarbij leerlingen vooral bezig gaan met de leertaak. Ik kan leerlingen bewuster sturen door in te gaan op de leertaak.

Bijdrage aan competentie 7. Reflectie en ontwikkeling

Door deze beroepsgerichte interventie heb ik onderzoek gedaan naar mijn eigen handelen. Het heeft mij doen nadenken over een probleem wat voorkomt in mijn lessen. Voor dit probleem heb ik literatuuronderzoek gedaan, een uitwerking gemaakt en mijn gedrag uitgevoerd. De verwerking van de opdracht is een manier die bij mij past. Namelijk leerlingen klassikaal docent gestuurd aanspreken. Door in te gaan op verdere ontwikkelingen heb ik gereflecteerd op mijn gedrag. De beroepsgerichte interventie heeft een bijdrage geleverd aan het kritisch doen kijken en reflecteren van mijn eigen gedrag.


 

Maak jouw eigen website met JouwWeb