Bijdrage WPL4 aan mijn onderwijs- en vakvisie


Tijdens mijn LIO-stage heb ik ervaringen opgedaan die een bijdrage hebben geleverd aan mijn onderwijs- en vakvisie. Denk aan ervaringen als lesgeven, rapportvergaderingen, afspraken maken met collega’s en leerlingen en teambijeenkomsten. Hieronder geef ik aan in hoeverre WPL4 een bijdrage heeft geleverd aan mijn onderwijs- en vakvisie. Dit door vanuit een vijftal invalshoeken de bijdrage te beschrijven.

1. De leerlingen
Het afgelopen jaar heb ik ervaren dat leerlingen zichzelf willen verbeteren in de lessen. Vooral het behalen van hogere cijfers staat voorop, maar ook gedragsmatig willen ze zichzelf verbeteren. Ze vragen van mij als docent om duidelijk en structuur aan te bieden in hun eigen leerproces. Bijvoorbeeld door huiswerkcontrole of het geven van feedback op de gemaakte opdrachten. Elke leerling heeft motivatie om zich te ontwikkelen alleen is het de docent die hier sturing aan moet geven. Het inzichtelijk maken van het eigen leerproces vinden ze lastig.

Leerlingen raken gemotiveerd wanneer ze uitgedaagd worden om met de leerstof aan de slag te gaan. Ik heb gemerkt dat leerlingen zelf actief bezig willen met de lesstof. Ze hebben dan een gevoel van competentie. Hierbij willen ze wel helder hebben wat  het resultaat is en of het belangrijk voor ze is. Belangrijk vinden ze de lesstof wanneer het betrekking heeft op hun eigen belevingswereld.

2. De docent

Het afgelopen jaar heb ik van leerlingen, medestudenten en collega’s feedback kunnen vragen. Daarnaast heb ik zelf reflecties geschreven. Het heeft ervoor gezorgd dat ik meer ben gaan kijken vanuit de positieve punten waarover ik beschik.
Voor mij is het belangrijk om een relatie op te bouwen met de leerlingen.  Dit doe ik door contact te maken met de leerlingen over de zaken die hen bezig houdt. Mijn positieve houding en enthousiasme speelt hierin een grote rol. Door eerst een relatie op te bouwen met de leerlingen kan ik beter inspelen op lessituatie en zo mijn uitleg over de lesstof verbeteren.

Ik ben een docent die zich vooral richt op het leerproces van de leerling. Het geven van feedback staat hierbij centraal. Het afgelopen jaar heb ik mij hiermee bezig gehouden door de praktische kant van mijn onderwijs duidelijk te organiseren. Denk hierbij aan planningen en lesmateriaal voor de leerlingen. Door de beroeps geplande interventie heb ik kunnen ervaren hoe het is om leerlingen te betrekken bij de leertaak. Leerlingen gaan eerder met de leertaak bezig wanneer zij erbij worden betrokken. Het betrekken bij de leertaak is een onderdeel dat ik elke les meeneem.

3. De school & collega’s.

In een school zijn er verschillende functies, te denken aan docenten, teamleiders en conciërges. Het afgelopen jaar heb ik ervaren hoe belangrijk het is om onderling duidelijk te communiceren en dezelfde regels te hanteren naar leerlingen toe. Aan het begin van het schooljaar was de communicatie onder de docenten onduidelijk en werden de regels naar de leerlingen vooral door elke docent zelf bepaald. In mijn lessen merkte ik aan het gedrag van de leerlingen. Een voorbeeld hiervan is de omvang met mobiele telefoons in de klas. Bij elke docent werd hier anders mee omgegaan. Leerlingen hielden zich vervolgens niet aan de regels. Bij andere docenten ging het namelijk anders. Door met elkaar hierover in gesprek te gaan zijn er duidelijkere regels gekomen. Dit zorgde voor rust tijdens mijn lessen. Ik had namelijk een huishoudelijke regel die vast stond.

Er zijn een aantal teambijeenkomsten geweest om het groepsgevoel en ook de communicatie te verbeteren. Dit heeft mij doen inzien dat ik meer afhankelijk ben van andere docenten dan dat ik dacht. Vooral op het gebied van regels en organisatie. Het geeft mij zekerheid in het lesgeven wanneer ik op de hoogte ben van de regels en organisatie van andere docenten.

4. Het vak economie

Economie is een vak waarin theorie gekoppeld kan worden aan verschijnselen uit de maatschappij. Leerlingen raken betrokken bij het vak wanneer ze deze koppeling zien. Een voorbeeld is het EK voetbal en de winsten die bedrijven daardoor maken. Ik ga in mijn lessen in op zulke maatschappelijke verschijnselen en vraag naar de mening van de leerlingen. Door dit enthousiast te brengen kan ik leerlingen betrekken in de les.

Doordat het vak de mogelijkheid biedt om in te gaan op maatschappelijke verschijnselen is er ruimte om actieve opdrachten te maken. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld naar een bedrijf toe stappen of onderzoek doen in een supermarkt. Dit zorgt ervoor dat ik naast theorie lessen ook praktijk gerichte lessen kan maken. Leerlingen raken dan over het algemeen meer gemotiveerd voor het vak. Daarnaast vind ik het belangrijk dat leerlingen de relatie leggen met de theorie en de praktijk.

Rekenen is een belangrijk onderdeel van het vak economie. Het afgelopen jaar heb ik gemerkt dat de rekenvaardigheid erg kan verschillen per leerlingen. Vooral het geven van een exact antwoord vinden sommige leerlingen lastig. In mijn lessen laat ik daarom regelmatig leerlingen rekenopdrachten maken en elkaar tips geven bij het maken van berekeningen.







Maak jouw eigen website met JouwWeb