Reflectie functioneringsverslag coach

Het functioneringsverslag is geschreven over de interpersoonlijke competent en de vak-didactische competent. Dit zijn twee competenties die tijdens het lesgeven naar voren komen. Door de feedback heb ik een beter beeld van mijn sterke en zwakke punten. De sterke punten kan ik, daar waar mogelijk, in mijn lessen inzetten. Om mij verder te ontwikkelen is het fijn om een basis te hebben in de manier waarop ik goede lessen kan geven.

Hieronder staat een reflectie op de feedback die ik heb gekregen van mijn coach.
De feedback is terug te vinden in bijlage IV. Functioneringsverslag & Eindbeoordeling coach

Competentie 2. Pedagogisch
De feedback die ik van mijn coach heb gekregen is gericht op het lesgeven. Het gaat om lessen waarin ik directe instructie toepas. Bij deze competentie heb ik mij gericht op het vormen van een ordelijk- en veilig leerklimaat, waarin leerlingen met de leerstof aan het werk kunnen.

In mijn lessen komt naar voren dat ik de leerlingen betrek in het proces. Dit door middel van interactie met de leerlingen tijdens het geven van de uitleg. De lesstof probeer ik aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de leerling. Ik sta vooral veel voor in de klas uitleg te geven en heb oog voor de leerlingen en reageer op ongewenste situaties. Vooral het scheppen van een veilig leerklimaat komt naar voren. Leerlingen kunnen tijdens de uitleg mee schrijven en daarna bezig met opdrachten.


Het scheppen van een ordelijk leerklimaat is een ontwikkelingspunt. Voor mij is het belangrijk om duidelijk eisen te stellen aan het gedrag van de leerlingen. Een ordelijk leerklimaat biedt dan meer ruimte om in te gaan op de verschillen tussen de leerlingen. Daarnaast kan ik de leerlingen meer samen laten werken, door zelf minder aan het woord te zijn.

De feedback neem ik mee naar de volgende lessen. Ik ga mij richten op klassenmanagement en het actief laten samen werken van leerlingen. Centraal staat hierin dat ik minder lang uitleg aan het geven ben en dat leerling zelf meer ontdekken. Op papier schrijf ik per lesfase op welk gedrag ik van de leerling verwacht en hoe ik op basis van mijn escalatieladder ingrijp. Hierdoor kan ik duidelijker aan de leerlingen laten zien welk gedrag ik van ze verwacht. Door de leerlingen meer tijd te geven voor samenwerking kan ik mij richten op het begeleiden van het proces. Ik stel mij dan afhankelijker op. 

 
Competentie 3. Vak-didactisch
Uitleg geven in mijn lessen doe ik aan de hand van Powerpoints. Deze bieden zowel voor mij als voor de leerlingen een overzicht van de leerstof. Leerlingen kunnen de uitleg dan later op Itslearning terug vinden en doorlezen. Ter ondersteuning van mijn uitleg krijgen de leerlingen opdrachten. Deze opdrachten zijn gericht op de doelen en vaardigheden van de toets. Hierdoor zijn de leerlingen op niveau aan het werk.
Het lesmateriaal is vooral gericht op het uitleggen van nieuwe lesstof, waarin ik zelf aan het woord ben. Als tip heb ik meekregen om de leerlingen meer aan het werk te zetten en zo rekening te houden met de verschillen tussen de leerlingen. 

 

Ik kan hier rekening mee houden door de leerlingen korte opdrachten te laten maken voor of na mijn uitleg. Hierdoor wordt er een actieve houding van de leerlingen gevraagd. In de opdrachten kan ik dan op niveau differentiëren. Op de lesplanning ga ik voortaan aangeven hoeveel tijd ik in de les besteed aan het uitleggen van nieuwe lesstof.  Hierdoor dwing ik mijzelf om te kijken naar de kern van de lesstof en niet te lang aan het woord te zijn.